“Het is niet het einde van de wereld,” houd ik mezelf vaak voor. Nou ja, vanuit Nederland gezien is Kaapstad in zekere zin absoluut het einde van de wereld, zowel letterlijk als figuurlijk. Maar u begrijpt vast wel wat ik bedoel.
Toch is zo’n onderneming niet niets. Zeker niet in je eentje en zeker niet voor iemand met nauwelijks kampeerervaring en kennis van autotechniek en terreinrijden.
Maar een droom verwezenlijken is lang zo leuk niet als je het je geen moeite kost of als je er niets voor over hoeft te hebben. Offers moeten gemaakt worden, risico’s moeten genomen worden, en – als het echt moet – aders moeten gelaten worden.
Het klinkt als een cliché: een georganiseerde reis maken door zuidelijk Afrika, aldaar verliefd worden op het continent en er vervolgens met eigen auto naar toe willen rijden. Maar het irritante van clichés is dat ze vaak kloppen en zo ook in dit geval.
Laat ik me even voorstellen. Mijn naam is Bjorn Koopmans en op moment van schrijven ben ik 37 jaar oud. Ik hoor u al denken: “aha, een vroege midlifecrisis!” Dat zou best wel eens kunnen kloppen, maar daar laat ik me niet door weerhouden.
Mijn passies: egyptologie (ja, dat bestaat echt), reizen, fietsen, wandelen, blablabla… Dit is geen contactadvertentie. Waar het om gaat is dat ik met dit ritje al mijn hobby’s wil proberen te verenigen. Nu zult u wellicht denken: “ik mis ‘autorijden’ in dit rijtje.” Autorijden vind ik absoluut plezierig om te doen, maar een passie zou ik het niet willen noemen. Het leukste aan autorijden vind ik het feit dat je reist. In je eigen tempo en op je eigen manier.
Van professie ben ik IT’er. Ik zit de hele dag achter een bureau en probeer bedrijven draaiende te houden door de IT-infrastructuur gezond te houden. Leuk en erg uitdagend werk. Maar ook onderhevig aan een groeiende stroom aan wijzigingen. De IT-wereld gaat snel. Heel erg snel. En de complexiteit neemt al bijna even hard toe. Het aantal virtualisatie- en abstractielagen neemt elk jaar toe. In dit beroep hoef je je nooit te vervelen en brengt iedere dag nieuwe uitdagingen met zich mee. Dat vind ik oprecht fantastisch en misschien wel de belangrijkste reden dat ik dit werk graag doe. Maar soms vergt het wel zijn tol en verlang je naar wat rust in de tent. Ik hoor steeds meer ambtsgenoten zich hier over verzuchten. De ontwikkelingen gaan soms veel harder dan je kunt bijhouden. Een jaartje – relatieve – rust is dus uitermate welkom!
Dat is echter zeker niet de enige reden voor het feit dat ik er een jaartje tussenuit wil knijpen. Vergeet bijvoorbeeld niet dat ik verliefd ben geworden op Afrika. Dat was ik eigenlijk al sinds ik in 2003 mijn eerste reis door Egypte maakte. Sindsdien ben 11 keer in Egypte geweest en heb – letterlijk én figuurlijk – vrijwel alle hoeken en gaten gezien. Maar dat is natuurlijk maar één land.
In 2010 kwam daar Soedan bij, dat ondanks de grote armoede een zeer positieve indruk op mij gemaakt heeft. In 2012 kwam het klapstuk toen ik een reis maakte door achtereenvolgens Zambia, Botswana, Namibië en Zuid Afrika.
Ook op andere vlakken zijn er redenen te geven voor mijn beslissing deze onderneming op touw te zetten, maar daar zal ik u niet verder mee vermoeien. Laten we eerlijk zijn: hoeveel mensen zeggen – of denken – dat ze ‘ooit eens een wereldreis zouden willen maken.’ En hoeveel van die mensen doen dat uiteindelijk? Ik begrijp heel erg goed dat er zeer valide redenen kunnen zijn die mensen er van weerhoudt om die droom te verwezenlijken (gezondheid, geld, zorg voor anderen, etc.), maar vaak is de belangrijkste reden de angst voor het onbekende en het los laten van zekerheden: baan, huis, familie, vrienden. Die angst heb ik ook, geloof me, maar als ik kritisch naar mezelf kijk heb ik (zover ik op moment van schrijven kan overzien), géén valide redenen om deze reis niet te maken. En dus zou ik stapelgek zijn als ik het niet op zijn minst zou proberen.