Dag 24-30 (20-26 sept.): Athene

Omdat ik er van uit ga dat het vannacht weer gaat regenen, heb ik dit keer alles wat niet nat mag worden naar binnen gegooid. Helaas heb ik ook een aardige was die ik zojuist uit de waston heb gehaald en uitgewrongen, dus die moet ergens drogen. Ik kan binnen wel een waslijn ophangen, maar dan heb ik vrijwel geen plek meer om te slapen. Dus gooi ik alles over de stoelen en het dashboard voorin. De volgende ochtend (dag 24) blijkt dat het inderdaad weer geregend heeft, dus ik ben blij met mijn maatregelen, maar mijn was is nog drijfnat en nu zijn ook de ramen binnen drijfnat. Gelukkig schijnt nu wel de zon en voor ik eenmaal weer op weg ben, zijn de ramen alweer droog. De was hangt nu wel netjes aan de waslijn binnen. Door rijwind en de ventilatieroosters zal het toch enigszins kunnen drogen, hoop ik.

Nadat ik heb afgerekend (slechts €11 per nacht), rij ik opnieuw richting de kloosters, ditmaal om er een aantal te bezoeken. Nu de zon schijnt en het licht van de andere kant komt, stop ik toch nog een paar keer voor foto’s. Wat een fotogeniek landschap! Het Nikolaos klooster is klein, maar de fresco’s zijn in uitstekende staat en je kijkt je ogen uit naar de vele details. Een bijzonder leuke voorstelling is die van het naamgeven der dieren (aldus mijn reisgids). Daarop zijn o.a. allerlei vogels, een olifant, een hert, een beer, een leeuw en een draak(!) te zien. Helaas is het maken van foto’s niet toegestaan.

Het idee is om hierna het Grand Meteora klooster (de grootste) te bezoeken, maar bij aankomst zie ik dat die op dinsdag (vandaag dus) gesloten is. Dus rij ik maar naar het Agia Trias klooster dat ik gisteren nog niet gezien heb. Om die te bereiken moet, net als bij de vorige, de nodige traptreden bedwongen worden, maar hier moet men eerst nog een behoorlijke afdaling te voet maken.

De fresco’s in dit kloosters zijn bijna even mooi als bij het Nikolaos klooster. Het meest spectaculaire van dit klooster is echter de ‘tuin’ waar vanaf men een weergaloos mooi uitzicht heeft over de wijde omgeving en een groot aantal actieve en vervallen kloosters.

Dan neem ik afscheid van Meteora en rij naar het zuiden. De rest van de dag zal ik die kant uit blijven rijden tot ik een geschikte plek vind om te overnachten. Ik heb vooraf in heel het midden van het land geen camping kunnen vinden, dus ga ik maar op goed geluk. Onderweg stop ik nog voor wat boodschappen en koop brood bij een bakkertje dat er slechts 4 heeft liggen. Terwijl ik instap merk ik dat mijn portier klotst. Ja, u leest het goed: klotst. Het was me al eerder opgevallen dat er de laatste dagen eigenlijk altijd wel een druppel aan de portier hangt, maar nu begrijp ik waarom. Blijkbaar staat er een laag water in mijn portier. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Er zit een gaatje voor de afwatering onderaan het portier, maar pas als ik daar een lange, dunne schroevendraaier in steek lijkt die pas volwaardig te functioneren: er stroomt nu water uit en het geklots is al gauw verdwenen. Op een rustig moment zal ik de portier eens open maken om de boel goed droog en schoon te maken en in te spuiten met Tectyl.

Tegen 17:00 heb ik al heel wat mooie landschappen doorkruist en genoten van de rit (hoewel ik vooral langs het traject voor een nieuwe snelweg reed en ik dus vooral bouwputten zag), maar ik ben nog geen één camping tegen gekomen. Dan maar wild kamperen, nietwaar? Langs een bergweggetje waar ik bijna geen auto tegen kom, vind ik een hele aardige plek in de bocht van de weg. De grond is vlak en bedekt met grind, het uitzicht is prima, en het is erg stil. Vooraleerst haal ik mijn was van de lijn. Die is zoals gehoopt bijna droog. De laatste restjes vocht laat ik in de zon verdampen door de kleren over de portieren te gooien. Na een uur zijn er nog maar 2 auto’s gepasseerd en 2 treinen, dus haal ik het kookstel voor de dag en kook wat water voor thee en een bakje kant en klare noedels die ik nog van thuis had meegenomen. Ook warm ik een blikje soep op.

Tijdens het eten hoor ik geritsel in de struiken naast de auto. Even later komt er een graatmagere hond uit te voorschijn. Hij zit er verwilderd uit en ik neem wat voorzichtigheid in acht, want rabiës ligt op de loer. De hond loopt in steeds kleinere cirkels om de auto heen, maar lijkt geen kwaad in de zin te hebben. Hij wil, gezien het feit dat ik zijn ribben kan tellen, waarschijnlijk alleen eten. Soep zal hij vast niet lusten, maar ik heb nog wel 2 salamiworsten liggen die ik zelf veel te vet vind, dus die geef ik stukje voor stukje aan hem. Als dank gaat hij naast de auto zitten poepen! Een half uurtje na de laatste worst geeft hij het op en trekt zich terug in de struiken. Met een pond vlees achter de kiezen zal hij wel weer een dagje kunnen overleven.

Als het donker is, maak ik mijn bed op en trek mij terug in de auto. Rond 20 uur zijn er maar een een paar handenvol auto’s gepasseerd, dus ik sta best zo, denk ik.

Ik lig al vroeg onder de spreekwoordelijke wol en kan de slaap maar moeilijk vatten, ondanks de stilte. Om een uur of 8 (dag 25) sta ik op en prepareer een ontbijt en lunchpakketje. De hond komt ook nog even langs en krijgt van mij wat oud brood.

Ingepakt en wel neem ik afscheid van mijn tijdelijke huisdier en rij weg. De landschappen zijn weer mooi, de weggetjes smal, bochtig, steil en in slechte staat, dus ik geniet van deze rit! Ik heb echter nog geen concrete bestemming voor vandaag. Athene is haalbaar, maar ik heb nog altijd geen fatsoenlijke camping aan de westkant van de stad kunnen vinden. En daar komt nog bij dat er een steekje los is bij mijn GPS. Als ik een bestemming in het zuiden opgeef en aangeef dat hij tolwegen moet vermijden, dan stelt hij een voor die eerst pakweg 70 km west gaat, dan pakweg 70 km zuid en dan weer pakweg 70 km oost! En dat terwijl er toch echt wel wegen direct naar het zuiden gaan, naast de tolwegen. Wanneer ik een bestemming langs 1 van die secundaire wegen opgeef, komt hij wel met een nette route. Dus navigeer ik vandaag in stukken; van stad naar dorp en van dorp naar stad.

Onderweg zie ik verschillende blushelikopters over vliegen. Ook passeren me steeds vaker brandweerauto’s en zie ik zelfs een blusvliegtuig over komen. Dan, als ik de top van een berg bereik, zie ik grote, zwarte rookpluimen uit het dal komen. Hoewel het toevallig net begint te regenen ziet de natuur er gortdroog uit, dus het verbaast me niets. Wanneer ik langs een meer rijd, zie ik hoe een blushelikopters de watertank vult en weer opstijgt.

Eenmaal in het zuiden van Griekenland heb ik enorm van ‘s lands schone landschappen gezien en ben heel wat arme dorpjes en gehuchtjes door gereden, waar de weg vaak zo smal werd dat ik soms het gevoel had in een fuik te rijden. Maar gelukkig was het uiteindelijk nergens echt een probleem. Maar wat nu? Ik wil niet wildkamperen in de buurt van Athene, want ik moet de hele auto op z’n kop zetten om deze voor te bereiden op de overtocht naar Egypte, en dan heb ik een ruime, veilige plek nodig. Zoiets ga ik niet langs de kant van de weg doen. Ineens bedenk ik me dat er bij Delphi een camping is. Ik heb nog wat dagen de tijd, dus ik zou daar nog 1 nacht kunnen verblijven en dan verder zoeken naar een camping bij Athene. Helaas blijk ik Delphi al lang en breed voorbij te zijn gereden. Stom, stom, stom! In een opwelling zet ik dan maar koers naar het westen, naar de Egeïsche Zee.

Na opnieuw een prachtige bergroute over een verlaten weg en een verbluffend uitzicht over eerdergenoemde zee, kom ik aan bij een kiezelstrand. Er is een strandbar, er staan wat stoelen en er zijn welgeteld 6 mensen in mijn blikveld, maar verder is het uitgestorven. De zee is kalm en strak blauw. De zon schijnt. Wat sta ik daar nou! Zwemmen natuurlijk! En dus dobber ik even later in het heerlijke, frisse water.

Een half uur – drie kwartier later kom ik er weer uit, droog me en kleed me om af in de beschutting van mijn achterportieren (de straat is ook uitgestorven) en zit al snel weer achter het stuur. Ik rij weer naar het oosten, maar over een andere weg. Ik hoop dat ik als langs de zuidkust richting Athene rij, dat ik vanzelf op een camping zal stuiten. Niet dus… Langs deze kust is alleen maar industrie. Er zijn zat hotels, maar geen camping te bekennen. Er zit niet veel anders meer op dan voor plan B te kiezen: ‘Camping Athens’ ligt aan de westkant van Athene, maar wel in de stad en staat bekend als duur en lawaaierig. De recensies zijn dan ook tamelijk negatief. Maar ik moet toch wat, dus zet ik koers naar deze camping. Het einde van de rit is over een drukke 4-baansweg , waar de camping pal langs ligt. Dat verklaart het vele lawaai. Duur is de camping inderdaad ook. Als ik de bustent niet op zet, bespaar ik een paar Euro’s per nacht, dus opteer ik daar voor, maar mijn auto wordt te boek gezet als ‘van’ (busje) en dus betaal ik een hoger tarief. Er zijn warme douches, er is wifi, en ik krijg een plattegrondje van Athene met toelichting over het OV, dus dat is wel weer mooi. Helaas blijkt daarna pas dat ik langs het pad, vlak naast de receptie moet staan; de slechtst denkbare plek. Met wat overredingskracht weet ik een ander echter zo ver te krijgen me een betere plek toe te wijzen.

Omdat ik hier zal staan tot maandag, kan ik alles uit de kast halen. Niet de bustent dus, maar ik zet wel voor het eerst deze reis de luifel uit. Deze avond nog heb ik er plezier van wanneer het begint te regenen en ik toch lekker droog aan mijn verslag kan schrijven, zonder meteen weer de auto in te moeten duiken. Als avondmaal bereid ik een blikje doperwten en worteltjes, ik kook wat aardappels en ik warm een blikje worstjes op die als Frankfurters door het leven gaan, maar meer op hele kleine leverworstjes lijken. Ze zijn week en smaken nergens naar. Morgen eet ik wel weer wat fatsoenlijks!

Niet lang nadat ik bovenstaande schreef, brak een flinke onweersbui los, met een bijpassende regenbui. De luifel houdt alle directe regen tegen, maar helaas regent het zo hard, dat het in dikke stralen van de luifel af klettert en alles onder spat met modder. De grond wordt dus ook een grote blubberzooi en het opspattende vocht zorgt voor een soort nevel waar een luifel ook niets meer tegen helpt. Nu had ik mijn bustent willen hebben! Noodgedwongen duik ik in de stromende regen alsnog mijn auto in en maak daarmee binnenin alles vies en nat. Zo goed en zo kwaad als het kan maak ik het provisorisch ‘schoon’, waarna het plotseling ophoudt met regenen…! Had ik nou maar 5 minuten onder de luifel gewacht! De rest van de avond en – zover ik weet – nacht regent het nauwelijks meer.

Ondanks dat er een grote plas water op mijn luifel ligt wanneer ik ‘s morgens (dag 26) de auto uit kruip is alles er onder redelijk tot helemaal droog. Na een lekkere douche in een cabine van wat ooit zwart marmer geweest is maar nu grijs van de kalkaanslag en een ontspannen ontbijt, maak ik me klaar voor een dagje sightseeing in Athene! Mijn linkerburen (Nederlanders) zijn voor mijn ontbijt al vertrokken. Twee buren verderop (ook Nederlanders) rijden weg als ik mijn auto op slot doe. Wanneer ik ‘s avonds terug kom heb ik nieuwe buren (óók Nederlanders).

De bushalte is tegenover de camping en de bus rijd iedere 10 minuten langs. Ideaal dus. Helaas blijkt bij het instappen dat ik aan boord geen kaartje kan kopen, dus stap ik de volgende halte uit en koop er 1 bij een kiosk. Eenmaal aangekomen bij de metrohalte waar ik wil overstappen koop ik een 5-dagenkaartje uit een automaat voor het heerlijke bedrag van € 8,50. Voor dat geld kan ik 5 dagen lang onbeperkt gebruik maken van alle openbaar vervoer in de stad. En wát een openbaar vervoer! De bussen en metro’s zijn smetteloos schoon, overal staat duidelijke informatie in Grieks en Engels en de metro’s rijden zelfs elke 3 minuten in de spits!

Mijn eindhalte vanmorgen is – hoe kan het ook anders – de Akropolis, hoewel ik de archeologische site zelf snel voorbij loop als de enorme rij voor de secundaire ingang zie. Ik wil niet weten hoe het er bij de primaire ingang aan toe gaat. Nee, ik loop rustig een stukje door naar het Akropolis Museum. Voor dit indrukwekkende, hypermoderne gebouw staat ook een aardige rij, maar uiteindelijk valt het alleszins mee. De opzet en inrichting van het museum zijn lovenswaardig. Er is veel ruimte, de objecten zijn erg goed te zien, er is veel informatie (alles ook in het Engels) en overal lijkt goed over nagedacht. Behalve over één dingetje: fotografie! Bij de ingang staan zowel bordjes waarop staat dat fotografie in het geheel niet toegestaan is en bordjes waarop staat dat het onder bepaalde voorwaarden wel toegestaan is. Dus vraag ik er naar bij de kassa. De dame stelt me gerust: fotografie is overal toegestaan, behalve op plekken waar dat expliciet staat aangegeven. Mooi, mijn camera gaat dus mee. Wat schetst echter mijn verbazing als bij binnenkomst blijkt dat je nergens mag fotograferen! En hier wordt zeer streng op toegezien, want er staat om de pakweg 20 m een suppoost die op elke klik direct reageert. Er is slechts één plek waar het maken van foto’s lijkt te zijn toegestaan (ook al staat dit niet aangegeven): bij de beroemde maagdenbeelden van het Erechteion. Heel merkwaardig. Maar er staat wel tegenover dat het ook best wel heerlijk bevrijdend is om geen foto’s te kunnen maken. Je staat niemand in de weg, er staat niemand in de weg voor jouw foto’s en je geniet gewoon net even wat meer van alle dingen. Misschien moet ik dat vaker doen!

Volgens mijn reisgids is het restaurant verrassend gunstig geprijsd, dus had ik me voorgenomen om daar te gaan lunchen (ik was door mijn brood heen). Helaas blijken de prijzen vooral gunstig voor het museum… Vond ik in het museum van Turijn € 3,20 voor een glaasje sinaasappelsap al veel, hier kost een glaasje (zij het dan vers geperst, volgens de kaart) maar liefst € 5,50! De pasta laat ik me best smaken, maar ik heb betere gehad. Na de lunch bekijk ik nog de grote galerij met de reliëfs van het Parthenon. Die vallen een beetje tegen. De kopieën van de reliëfs die in het British Museum hangen zijn van zeer slechte kwaliteit en de originele reliëfs die er hangen zijn veelal in zo’n slechte staat dat er weinig van te maken valt. Wel indrukwekkend zijn de pedimenten, de beeldengroepen die in de platte driehoek boven de zuilen stonden.

Nadat ik het museum heb verlaten is het al 15:30; een mooie tijd om de Akropolis zelf te bezoeken. De rij voor de kassa is vrijwel verdwenen. Desondanks moet ik nog een minuut of 10 wachten en is het bovenop de heuvel nog aardig druk. Maar ik denk dat het er aan het begin van de middag toch wel ietsje drukker zal zijn geweest.

De beroemde Akropolis van Athene! Mijn reisgids zegt hierover het volgende: ‘This is the most important ancient site in the Western world.’ Dat schept hoge verwachting, nietwaar? Misschien is het wel daarom dat het me eerlijk gezegd toch een klein beetje tegen valt. Het Parthenon – het boegbeeld van de Akropolis is niet veel meer dan een stel zwaar gerestaureerde zuilen met daar boven vrijwel geen decoratie meer (ligt allemaal in musea) en tussen de zuilen is ook al bijna niets meer. Daarbij staat het in de steigers en is dus niet toegankelijk. Dat geldt overigens voor alle bouwwerken van de Akropolis. Je mag er alleen van een afstandje naar kijken en wat je ziet bestaat voor een groot deel uit kopieën. Ik mag dan bevooroordeeld zijn, maar de Akropolis verbleekt m.i. in vrijwel alle uitzichten bij – om maar iets te noemen – het Karnak tempelcomplex. Dat is vele malen groter, je mag vrijwel overal in, er is meer decoratie dan je ogen aan kunnen en vrijwel alles wat je ziet is authentiek. Het enige waar de Akropolis enorm veel punten mee scoort is de ligging. Het is immers niet voor niets een akropolis (‘hoogste punt van de stad’) en het uitzicht is verbluffend. Zeker vandaag, omdat er dreigende, donkere wolken over trekken, afgewisseld met kleine opklaringen en in de verte zie je de regen met bakken uit de hemel komen, terwijl de Egeïsche Zee baadt in het zonlicht. Zijn de monumenten al een kiekje waardig, dan met dit als achtergrond al helemaal!

Om ca. 17:00 heb ik alles gezien wat er te zien valt en verlaat ik de Akropolis. Onderweg naar het Plaka, de uitgaansbuurt, voor het diner, loop ik langs een gratis toegankelijke antieke agora (plein). Daar loop ik dus maar even naar binnen. Er is niet veel te zien, maar aan het einde van het pad is een entree naar een veel grotere agora. Het kaartje daarvoor heb ik al, dus ga ik ook hier naar binnen. Het blijkt echter een heel stuk groter te zijn dan ik had ingeschat en dus word ik er om 18:50 uitgegooid zonder ook maar de helft te hebben gezien. Het geeft niet, want er is nog genoeg moois te zien elders in de stad. Niettemin heb ik wel kans gezien om de zeer indrukwekkende, levensechte replica van een stoa (een soort zuilengalerij) te bekijken. Aan alles lijkt gedacht: de houten plafondbalken, de ornamenten op het dak, de geometrische figuren, de Ionische kapitelen, etc. Alles is van marmer en hout. Hier krijg je pas écht een idee hoe zo’n Grieks bouwwerk er ooit uit zag. In de stoa is een klein sitemuseum ingericht met een rijkdom aan lokale vondsten.

Nu alle monumenten dicht zijn en het donker wordt, is het echt tijd om ergens wat te gaan eten. Dat doe ik, zoals gezegd in het toeristenhart van de stad: Plaka. Het stikt van de souvenirswinkeltjes en restaurantjes, dus het kost niet veel moeite om een heerlijk bord gyros te bestellen. Er hangt een prettige atmosfeer in de wijk en hoewel toeristisch is het niet zo druk druk dat je over de hoofden kunt lopen.

Na het diner neem ik de metro en bus terug naar de camping, alwaar ik dit verhaal weer vastleg. Een drukke, mooie dag is het geweest. En we zijn er nog niet, want morgen volgt deel 2 van de sightseeing. Daarna heb ik 2 dagen gereserveerd om mijn auto klaar te maken voor de overtocht.

Na een heerlijke nachtrust en de gebruikelijke ochtendrituelen ben ik op dag 27 rond 10 uur weer op pad naar de oudheden in het centrum van Athene. Ik stap dit keer uit bij metrohalte Syntagma, bekijk de oudheidkundige voorwerpen die (net als in veel andere metrostations) in dit metrostation tentoon gesteld zijn en eenmaal bovengronds aanschouw ik het parlementsgebouw en het graf van de Onbekende Soldaat, waar ik net de wisseling van de wacht gemist heb. De twee onbeweeglijke wachters in hun lachwekkende outfit (pompoms op de schoenen en een kort rokje aan) zijn doorlopend slachtoffer van mensen die naast ze gaan staan om zich ermee op de foto te laten zetten. Ik vraag me af wat ik onzinniger vind: 2 wachters bij een monument die geen echte functie hebben behalve decoratief, of de mensen die ermee op de foto willen.

Net als ik weer doorloop krijg ik een mailtje van Grimaldi op mijn telefoon. Grimaldi is het bedrijf dat als tussenpersoon/agent fungeert voor het verschepen van mijn auto via Minoan Lines. ‘Tot onze spijt is het schip GRANDE SCANDINAVIA volgeboekt. Uw auto kan dus niet mee. De eerstvolgende mogelijkheid is met de GRANDE ELLADE, die op 3 oktober (een week later dus) afvaart.’ Een kleine paniekaanval maakt zich van mij meester. SHIT! – is mijn eerste reactie. SHIT! Ik had alles al geregeld: appartementje in Athene, vliegtuig naar Egypte, hotel in Cairo, alles. Bovendien komt Sandra op 4 oktober aan in Cairo en dan moet ik daar zijn. Maar dat wordt heel lastig als ik mijn auto pas 3 oktober kan inleveren en dan zelf nog naar Egypte moet. Ik bel direct met Grimaldi. De dame aan de lijn biedt honderd keer haar excuses aan, maar kan niets voor me doen. Minoan neemt geen boekingen meer aan, dus houdt het gewoon op. Maar als ze merkt hoezeer ik hierdoor gedupeerd ben, komt ze wel met een alternatief: ik lever mijn auto gewoon op de 27e in en doe alles volgens planning en boekingen. De auto blijft intussen een week in de haven staan en gaat dan 4 oktober het schip op. Ik zit dan al lang en breed in Egypte. De enige verschillen zijn dat ik parkeerkosten (€ 33) moet betalen voor die week, dat ik een week langer zonder mijn auto en mijn spullen zit en dat ik mijn auto pas kan ophalen als mijn vader in Cairo is aangekomen, wat hem dus een dag kost. Aan de andere kant kan hij dan ook eens met de trein reizen in Egypte (altijd leuk) en alsnog een stukje met mij meereizen in de kanarie (Alexandrië-Cairo). Een heel werkbaar alternatief dus. Ze gaat ook nog eens proberen bij Minoan of de auto toch niet mee kan op de 27e, maar aan het einde van de middag blijkt dat echt niet te kunnen. Ik mail haar nog wel terug dat ik het niet meer dan redelijk vind dat zij opdraaien voor de parkeerkosten van € 33, omdat het hun schuld is dat ik – letterlijk – de boot mis. Ze hadden me namelijk begin augustus, toen ik alvast een plekje op het schip wilde boeken, verzekerd dat ik pas op 19 september contact met ze op hoefde te nemen, omdat (ik citeer) ‘er altijd wel plek is voor 1 auto’. Begrijp me niet verkeerd hoor: de mensen bij Grimaldi met wie ik te maken heb gehad zijn altijd erg professioneel geweest: snel antwoorden, vriendelijk te woord staan, duidelijk antwoord geven op vragen, etc. Niets dan lof! Behalve dit dan. Omdat het vrijdag is en de mailwisseling tot aan het einde van de middag voortduurde, ben ik bang dat ik niets meer van ze verneem voor het maandagochtend is en ik de de auto al of niet kan inleveren…

Intussen gaat mijn sightseeing dagje gewoon door. Ik wandel door de botanische tuin naar het Zappeion: een op de Griekse oudheid geïnspireerd bouwwerk, dat gebruikt wordt voor congressen e.d. Het heeft met name zeer mooi beschilderde plafonds. Daarna steek ik de straat over naar het Kallimarmaro Stadion, een Oud Grieks stadion dat compleet gerenoveerd is en tot op de dag van vandaag gebruikt wordt. Er is helaas vrijwel niets meer te zien van het oude bouwwerk en ik vind het het geld niet waard om er naar binnen te gaan.

Een klein eindje verderop zijn de ruïnes van de tempel van Zeus Olympion: een groot tempelcomplex met meer dan 100 zuilen, waarvan er nu nog slechts 15 overeind staan en 1 omgevallen, maar wel compleet is. Verder is er vrijwel niets te zien. Niettemin is het een imposant bouwwerk, want de zuilen zijn erg hoog en de vlakte er omheen doet ze nog groter lijken.

Dan loop ik naar Plaka, waar ik gisteravond ook was, en bezoek de ruïnes van de Bibliotheek van de Romeinse keizer Hadrianus en een Romeins agora, waar de zogenaamde Toren van de Winden staat: een wetenschappelijk bouwwerk, dat diende als zowel zonnewijzer, kompas (‘Winden’ slaat op windrichtingen), weerstation en waterklok. Daarna heb ik het wel even gehad met de ruïnes. Het is inmiddels zo’n 15 uur en ik loop kriskras door de stad heen, op zoek naar winkels die spulletjes verkopen die ik nog nodig heb: een 230V verlengsnoer (het enige item dat ik vergeten ben van huis mee te nemen!), een paar goedkope plastic slippers voor onder de douche en extra wasknijpers. Helaas kom ik (net als tegenwoordig in Nederland) bijna alleen nog maar kledingwinkels tegen.

Puur bij toeval kom ik weer uit op het metrostation waar ik vanmorgen begonnen ben en besluit direct om terug te gaan naar de camping. Bij mijn overstap op Larissa Station zoek ik me (net als gisteravond) een ongeluk naar de bushalte. Gisteravond ben ik in de richting van het hotel gaan lopen tot ik vanzelf op een bushalte stuitte, maar dat was nog een aardig eindje lopen, dus dit keer wil ik de bushalte bij het station vinden. Tijdens die zoektocht stuit ik op de meest bijzondere attractie van deze dag: een Carrefour supermarkt. Zonder twijfel het hoogtepunt van deze dag. Het is een groot gebouw, maar ligt verscholen tussen andere gebouwen en hoge palmen. De enorme letters van de naam zijn kapot en de verlichting is dood. Niettemin zijn ze wel geopend, dus loop ik naar binnen. Tot mijn verbazing zie ik een grote zaal vol schappen waarin slechts 20 tot 25 verschillende producten staan. Niet dat de schappen leeg zijn, maar ze zijn (doorgaans slechts één rij dik) compleet gevuld met dezelfde producten. Er zijn honderden pakken servetten, keukenpapier, waspoeder en vooral flessen water. Maar meer ook niet! Er is één kleine vitrine waarin wat melkproducten staan, maar de rest van het schap is gevuld met flessen water. Daarna eindeloze schappen met slechts 3 of 4 verschillende soorten ontbijtgranen en schappen met 4 of 5 verschillende soorten blikjes. Allemaal keurig netjes met de labels strak naar voren gericht en hoewel slechts één rij dik, wel tot de onderkant van het schap er boven gestapeld. Ik durf er bijna niets van te pakken, bang dat ik ben om de perfecte symmetrie te doorbreken. De groenteafdeling bestaat uit stapels lege kratten met in de bovenste krat een paar gerimpelde paprika’s, wat verlepte courgettes en een paar andere groenten die daar al veel te lang liggen. De kaasafdeling heeft alleen kwart-stukken van complete kazen en de slager zit een boekje te lezen achter zijn toonbank, want die is op enkele enorme hompen vacuümverpakt vlees na, geheel leeg. Dan ontdek ik een grote roltrap naar de kelderverdieping. Nieuwsgierig daal ik af en kom opnieuw in een grote, tl-verlichte ruimte waarvan de helft van de schappen leeg staan en de andere helft gevuld is met dezelfde artikelen als boven! Zodra ze me de roltrap af zien komen, springen 4 dames op van hun schijnbaar vermakelijke conversatie en nemen hun stelling in. Nooit eerder heb ik maar liefst drie ca. 20 m lange stellingen met alleen maar dezelfde pakken waspoeder gezien. Het is bijna hypnotiserend om door de paden heen te lopen. Er is bijna geen klant in de winkel (niet verbazend natuurlijk), dus je kan dit in alle rust doen. Er zijn 2 soorten chocolarepen. Die zijn per stuk in transparante kunststof doosjes gedaan, zodat ze rechtop gezet kunnen worden en zo opnieuw een heel schap kunnen ‘vullen’. Van de batterij kassa’s is er slechts één open, en daar doet de lopende band het ook al niet van. Met slechts 3 boodschappen verlaat ik compleet verbijsterd het pand. Door de ingang, want de uitgang wil niet open gaan. Lege winkels heb ik vaker gezien, maar dit slaat alles! Men heeft enorm zijn best gedaan om de schappen toch zoveel mogelijk te vullen, zodat het lijkt alsof er toch nog een hoop te koop is. In werkelijkheid zijn echter slechts een handjevol lang houdbare producten te koop, wat resulteert in de meest surrealistische supermarkt die ik ooit gezien heb. Het lijkt wel een filmset uit een Stanley Kubrick of Wes Anderson film!

De bushalte blijkt dezelfde te zijn als die van de heenweg. Het blijkt namelijk een eindhalte te zijn. Tijdens de busrit naar de camping passeer ik een Lidl. Ik druk op de stopknop en even later loop ik door een rijk gevulde supermarkt waar ik alle etenswaren vind die ik zoek.

In de avond kook ik kipfilet met rijst en saus uit een potje van thuis. Vrijwel de hele dag heeft de zon geschenen, dus het koelt nu snel af, maar het is gelukkig droog.

Dag 28 is een rustige dag. Ik heb door de koude wind van gisteravond een verkoudheid opgelopen, dus zo’n rustige dag komt dan goed uit. Het plan vandaag is om al mijn spullen te verdelen in 4 categorieën: 1) onvervangbare en kostbare spullen (zoals papieren, laptop, camera, compressor, gereedschap), 2) moeilijk vervangbare spullen (zoals reisgidsen, reserve onderdelen), 3) makkelijk vervangbare spullen (zoals wc papier, levensmiddelen, pennen) en 4) spullen die ik nodig heb tijdens de periode dat ik zonder auto zit (zoals toiletspullen, kleding, etc.). Het idee is dat ik spullen van categorie 1 zoveel mogelijk mee neem het vliegtuig in of diep wegstop in de auto (bijv. in de kluis); spullen van categorie 2 stop in de afsluitbare kisten en ruimtes van de auto; spullen van categorie leg ik op plekken die ik niet kan afsluiten.

Na het ontbijt haal ik eerst de grote dakkist leeg en haal de kist vervolgens van het dak. Ik plaats hem op de motorkap en zet hem stevig vast met spanbanden. Als ik helemaal tevreden ben haal ik alles weer los en zet de kist los op het dak terug. Dit was slechts een repetitie voor maandag. Ik kan moeilijk met een grote kist op de motorkap de weg op, want je ziet bijna niets meer van de weg voor je. Maar ik wil maandag ook niet staan te klooien om die kist op de goeie manier vast te zetten. Morgen, als ik helemaal klaar ben met herinpakken, dan zet ik de kist op een tijdelijke manier vast op het dak, zodat ik hem er maandag weer snel af kan halen.

Vervolgens haal ik mijn auto helemaal leeg en gooi alles op 1 van de 4 stapels. Onderwijl merk ik op dat 1 van de lage, vaste kisten weliswaar een grendel heeft waar een hangslot op kan, maar dat de grendel zelf slechts met toegankelijke schroeven vast zit. Gelukkig heb ik alle spullen bij me om hier wat aan te doen, zodat ik een tijdje later de schroeven vervangen heb door slotbouten.

Elektriciteit is een klein probleempje geworden, nu ik voor het eerst meer dan 2 dagen stil sta. De huishoudaccu’s worden bij stilstand uiteraard niet door de dynamo geladen, dus moet ik het van zonnepanelen hebben. Die heb ik de afgelopen 2 dagen wel ingezet, maar omdat ik op een behoorlijk beschutte plek sta en ik bij mijn eigen afwezigheid de panelen niet op de grond wil leggen (diefstalgevoelig), hebben die maar erg weinig opgeleverd. Het gevolg is dat de huishoudaccu’s vanmorgen op 23,5 V staan. Nog niet alarmerend, maar wel zorgwekkend (normaal komen ze zelden onder de 25 V). Gelukkig ben ik vandaag de hele dag bij de auto, dus verschuif ik indien nodig de hele dag door de panelen naar een zonnige plek en dat heeft flink geholpen, want aan het einde van de dag (terwijl de koelkast gewoon door draait en ik verschillende apparaten opgeladen heb) staat de teller op 24,7 V.

Aan het einde van de middag heb ik alles weer ingepakt. Totaal anders dan voorheen en totaal niet praktisch, maar wel zo veilig mogelijk. Morgen ga ik alles van sloten voorzien.

In de avond kook ik pasta om de laatste groente op te maken en kook genoeg voor morgen. Tijdens het thee drinken zet ik Skype aan en zie dat Patricia online is, dus videobellen we een tijdje. Het is erg prettig om weer een gezicht van ‘thuis’ te zien.

De nacht verloopt onrustig. De verkoudheid zet door en ik heb een lichte verhoging, waardoor ik slecht slaap. Als compensatie probeer ik uit te slapen, maar daar denken de kinderen van de buren anders over. Hun herrie doet me toch maar besluiten om om een uur of 8 op te staan (dag 29). Het is een frisse ochtend, dus de warme douche doet me goed. Die ga ik verderop in deze reis ongetwijfeld nog eens heel erg missen, dus geniet ik extra van elke douche die ik tot mijn beschikking heb.

Na het ontbijt pak ik eerst mijn rugtassen in; iets wat ik al heel vaak gedaan heb, maar nooit eerder tijdens een reis. Een heel vreemde gewaarwording. Ik heb telkens de neiging zaken in te pakken die ik de afgelopen maand het meest gebruikt heb, zoals een mok, bestek, bord, etc. Maar juist die zaken heb ik de komende weken helemaal niet nodig.

De huishoudaccu’s staan deze ochtend gek genoeg op slechts 23,3 V en dus gooi ik direct de zonnepanelen naar buiten. In de ochtend is er nog redelijk wat zon, maar in de middag blijft hij jammerlijk verscholen achter de wolken. Dan maar nog zuiniger aan doen. Mogen gaat de koelkast uit en verlaat ik de auto, dus dan heb ik niets meer nodig.

Daarna is het tijd om alles in de auto achter slot en grendel te stoppen, al is het maar bij wijze van test. Dat blijkt nog een behoorlijke klus. Het is erg lastig om te bepalen wat al wel op slot kan en wat niet. Er zijn nog aardig wat dingen die ik nodig heb tot ik de auto morgenochtend inlever en gedurende de dag wordt duidelijk dat ik morgenochtend vroeg zal moeten opstaan, omdat ik vandaag weliswaar goed kan gebruiken om alles voor te bereiden en te testen, maar nog bijna niets concreet op slot kan doen. De lage, vaste kisten krijgen een hangslot aan de grendel; dat is lekker makkelijk. Het rek met losse kisten beveilig ik door een lange staalkabel ervoor te spannen, zodat de kisten niet uit het rek gehaald kunnen worden. De open vakken onder deze kisten beveilig ik door de slaapplank er verticaal tegenaan te plaatsen en vast te zetten met dezelfde staalkabel.

Dan zijn er nog alle grote, losse voorwerpen, zoals de zonnepanelen, de jerrycans, het kookstel, de stoel, de bustent, etc. Zo goed en zo kwaad als dat gaat rijg ik alles aan staalkabels of fietssloten. Alles bij elkaar zet ik zo’n 15 hangsloten in! Een flink fietsslot gebruik ik om de achterportieren van binnenuit aan elkaar te vergrendelen, als extra barrière tegen diefstal vanuit die kant. Om dat te bewerkstelligen moet ik een halsbrekende klimpartij tussen en over alle spullen moeten doen om er aan de voorkant weer uit te komen. Als dat gedaan is span ik met nog een staalkabel een soort spinnenweb tussen het voor- en achterdeel van de auto, om diefstal vanaf die kant te ontmoedigen. Op de passagiersstoel staat een krat met de waston er in. Ook deze is met staalkabel en hangslot vastgeketend aan de stoel. Het dashboardkastje heeft ook een grendel met hangslot. Het reservewiel op het dak heb ik met een ketting en hangslot vastgemaakt aan het roofrack en de hi-lift lag vanuit thuis al vast met een fietsslot. De dakkist zet ik morgen in de haven niet alleen vast met spanbanden, maar beveilig ik tegen diefstal met hangsloten aan de grendels en een ketting met hangslot door de handgrepen en de bullbar.

Het klinkt misschien indrukwekkend allemaal, maar al deze beveiliging stellen stuk voor stuk niet veel voor. Bijna alles is met een simpele multitool open te krijgen, behalve de lage, vaste kisten. Daarin liggen dan ook de meest onvervangbare en kostbare zaken die ik niet mee kan nemen in het vliegtuig. De lussen aan de staalkabels zijn namelijk gemaakt met behulp van kabelklemmen, die ik voorzien heb van een dikke laag tape. Een dief kan simpelweg de tape er afhalen en met een tang de klemmen er af schroeven. Het hangslot biedt bij de staalkabels dus eigenlijk geen echte beveiliging, maar naar ik begrepen heb van de vele verhalen van overlanders die deze verscheping gedaan hebben zijn de diefstallen vooral die van de gelegenheid: iemand in de haven met mijn autosleutel stapt in, pakt wat hij interessant vind en loopt weer weg. Ik heb nog geen verhalen gehoord over braaksporen in verscheepte auto’s en gok er dus op dat men zich door alle schijnveilige oplossingen laat afschrikken. Desalniettemin neem ik uiteraard alle elektronica, cash geld en waardepapieren gewoon mee. Mijn telescoop past precies in het kluisje in de auto, en die kluis zit in de lage, vaste kisten, dus men zal wel heel wat moeite moeten doen om die te stelen.

Aan het einde van de middag begin ik mijn kamp vast op te breken, warm ik wat kliekjes op als diner en tik mijn verslag. In de avond ruim ik zoveel mogelijk spullen op, zodat ik morgenochtend zo min mogelijk hoeft te doen.

Dag 30 breekt voor mij aan door doordat de wekker afgaat. Het is precies 30 dagen geleden dat ik voor het laatst een wekker gezet heb en even baal ik als een stekker dat ik al wakker moet worden. Maar dan realiseer ik me het voornoemde feit en het feit dat ik bijzonder lekker geslapen heb, en mijn humeur klaart weer helemaal op. Vandaag wordt een spannende dag: ik moet de auto inleveren voor de verscheping naar Egypte. Althans, dat was het plan…

Ondanks dat ik om 6:30 opsta, geen thee zet, niet douche en heel snel ontbijt loop ik ver uit mijn tijdsplanning. Het kost veel meer tijd dan gedacht om alle laatste dingen te doen en ik moet mijn buffertijd helemaal inzetten. En dan nog heb ik niet genoeg. Ik had om 8 uur klaar voor vertrek willen zijn om, volgens afspraak, om 9 uur op het kantoor van Grimaldi te zijn (15 min. rijden zonder file), maar uiteindelijk rij ik pas om 9 uur weg van de camping. Een kwartier daarvoor bel ik het kantoor om door te geven dat ik later kom. Dat is geen enkel probleem, zo zegt de dame.

De bestemming is redelijk vlot bereikt, maar het vinden van een parkeerplek is niet makkelijk. Uiteindelijk zet ik de auto in een zijstraatje en loop het laatste stukje naar het kantoor. Achter me zie ik de grote zeeschepen voor anker liggen. Tijdens de korte wandeling zie ik heel wat vluchtelingen/zwervers op straat. Complete gezinnetjes die wakker worden in kartonnen dozen, een baby die ‘verschoond’ wordt, 2 jochies die ruzie maken over een stuk afval. Het is een droevige bedoening. Tegelijkertijd voel ik me ook ongemakkelijk, want ik wilde geen geld in de auto laten liggen en loop dus met duizenden euro’s aan cash geld op straat.

Op het kantoor word ik binnen gelaten, maar men kijkt me verbaast aan. Ik werd duidelijk niet verwacht. Mijn contactpersoon had me tijdens de rit hier naartoe een mail gestuurd dat ze nog één poging gaan doen om en plek op de Grande Scandinavia te boeken (het schip dat deze week vaart), want omdat het schip vertraagd is, is er misschien wel een plekje vrij gekomen. Vanwege alle onduidelijkheid rondom mijn boeking is mijn contactpersoon (Xanthi Nannou) er vanuit gegaan dat onze afspraak voor vandaag niet door zou gaan en heeft de customs broker afgebeld. Ik leg haar uit dat ik dat een vreemde redenering vind, want we hadden afgesproken dat ik sowieso de auto vandaag zou komen brengen. Het enige verschil zou zijn op welk schip de auto mee kan. Pas in de avond begrijp ik wat Xanthi bedoelde: op het moment dat de auto ingeleverd wordt, moet duidelijk zijn op welk schip de auto meegaat, anders komt hij de haven niet in. Dat had ze me wel eens eerder mogen vertellen… Nu sta ik hier met een met veel moeite zwaar vergrendelde en volledig ingepakte auto die ik ergens kwijt zal moeten tot hij de haven in kan!

Xanthi belooft dat ze me vanmiddag zal laten weten of haar laatste poging voor de Grande Scandinavia gelukt is. Intussen zal ze ook alvast een plek boeken op de Grande Ellade (die volgende week vaart). We spreken af dat ik de auto dan in principe morgenochtend alsnog inlever. Ik druk haar op het hart dat het morgen wel zal moeten, omdat ik de dag erna zelf naar Egypte vlieg! Ze heeft echter duidelijk al veel stress over de situatie en timide beaamt ze de ernst van de situatie te begrijpen en haar uiterste best te doen. Ik zet haar dus niet verder onder druk en neem afscheid voor nu.

Ik sta weer op straat. Wat nu? Ik kan niet meer terug naar de camping omdat ik dan veel weer uit moet pakken en morgenochtend vroeg weer moet inpakken en ik heb voor vanavond al een appartement betaald, dus er is eigenlijk maar 1 logische optie: een parkeerplek zoeken voor de kanarie voor de komende nacht. Ik bericht de verhuurder over de situatie. Hij zal proberen eerder naar het appartement te komen voor de sleuteloverdracht. Ik probeer op internet te achterhalen of de milieuzone van Athene (waarin het appartement ligt) ook voor mij geldt, maar krijg geen sluitend antwoord, dus bel ik Xanthi nog even op. Ze bevestigd dat ik vandaag de zone in mag, omdat het laatste cijfer van mijn nummerbord een even getal is. Morgen moet ik om 7:30 de zone weer uit zijn, omdat dan auto’s met oneven getallen de weg op mogen. Op internet las ik dat dit systeem niet voor buitenlandse voertuigen geldt, maar dat zegt Xanthi niets. Ik besluit het er maar op te wagen en rij naar het appartement. Vlakbij gekomen rijd ik door steeds kleiner wordende straatjes, die ik soms al te voet had gezien, enkele dagen eerder. Ik vind ook een straat met allerlei nuttige winkels; die onthoud ik. Soms moet ik een keer steken voor ik de auto een bocht of afslag kan laten nemen, zo smal is het op sommige plekken. De bestemming is aan een vrij grote weg, maar daar kan je niet parkeren, dus ben ik wel gedwongen om de kleine buurten in te duiken. Langs de weg zie ik borden met ‘Betaald parkeren’ (lang leve Google Translate), maar nergens staat hoe dat dan werkt. Er zijn veel kleine percelen waar men een provisorisch parkeerterrein(tje) runt, maar ik word overal weggestuurd: auto is te hoog, te lang, ik mag de auto hier ‘s nachts niet laten staan of ze zitten vol. Probeer de volgende maar. Ik heb intussen de hele wijk al 3x doorgereden als ik eindelijk een 24/7 parkeergarage vind met een hele hoge ingang. Ja, ik mag mijn auto hier wel parkeren vannacht. Dan zie ik een tweetal autoliften staan waar mijn auto onmogelijk in past, maar gelukkig mag ik op de begane grond blijven staan. De auto wordt zelfs voor me ingeparkeerd. De man wil zelfs de sleutels pakken, maar omdat hij niet door heeft dat je daar eerst een knopje voor ingedrukt moet houden, doe ik het zelf. Hij wil de sleutels niettemin wel hebben, maar daar steek ik een stokje voor. Ik sta die sleutels mooi niet af. Naar alle eerlijkheid zeg ik hem nog wat dingen te moeten doen en dus druipt hij af. Tijdens de rit zijn de zonnepanelen van hun plek vlak onder het dak gevallen, dus die moet ik, door het spinnenweb van staalkabel heen, weer terugleggen; met mijn grote lichaam geen sinecure! Dan pak ik mijn vliegtuigbagage uit de auto, maak wat foto’s van de beveiligingen voor de verzekering (was ik eerder vergeten te doen), doe de auto op slot en loop zo snel als ik kan zonder te rennen de garage uit.

Voor de deur van het appartementencomplex (boven een stel winkels, waarvan de meeste door Aziaten gerund worden en namen dragen als ‘Hong International Trding(sic.) Company’, maar eigenlijk lingerie of schoenen verkopen) is het 11:20. De verhuurder komt om 13:30. Ik zoek dus een bankje uit naast een klein kerkje, vlak om de hoek, om die tijd uit te zitten. Ik zet al mijn tassen naast me op het bankje. Op andere bankjes zitten wat oudjes te keuvelen en er loopt wat volk langs. Tijdens het wachten krijg ik een e-mail van Xanthi: het is toch gelukt om een plek op de Grande Scandinavia te bemachtigen! Ik bel haar direct op. We spreken nu definitief af dat ik morgenochtend om 8 uur op kantoor verschijn voor het inleveren van de auto. De boot vertrekt 29 september (oorspronkelijk 27 september) en zal waarschijnlijk 2 oktober aankomen. Ik geef deze nieuwe wijziging door aan mijn fixer in Egypte, die opmerkt dat die dag het Islamitisch Nieuwjaar is en dus een vrije dag. Het maakt me niets uit: een dagje meer of minder.

Even later word ik aangesproken door een vlot geklede jonge gozer die me vaag de weg vraagt in het Engels. Tijdens het gesprek merk ik dat de schouderband van mijn cameratas beweegt en ik kijk onmiddellijk om en geef een harde schreeuw. Een slordig geklede man achter me laat direct de band vallen, zet een stap naar achteren, herstelt zich en loopt naar de vlotte gozer toe om hem zogenaamd de weg te wijzen. Samen lopen ze de hoek om. De mensen op de naburige bankjes kijken me bemoedigend aan, maar ze hebben niets gedaan om de diefstal te voorkomen. Ik kan de mannen ook niet achterna met al die spullen, dus ik moet ze laten gaan.

Nog geen half uur later zie ik de slordig geklede man opnieuw op het toneel verschijnen. Dit keer knoopt hij een gesprek aan met een groepje ouderen. Ik vertrouw het niet. Ik wil hem in de gaten houden (en dat weet hij natuurlijk ook), maar ik wil ook mijn spullen niet uit het oog verliezen, dus draai ik mijn hoofd opnieuw om en zie nu een andere man achter me in het gras met zijn hand om de handgreep van mijn cameratas heen. Opnieuw geef ik een schreeuw en de man deinst terug met zijn handen afwerend geheven. De resterende tijd houd ik de tassen continue in het zicht en doe mijn arm door schouderbanden of lussen heen.

Na een kwartiertje komt de verhuurder, Anastasios, naar me toe en neemt me mee naar zijn appartement. Het is wat verlepter dan op de foto’s maar voor €85 voor 2 nachten, met uitzicht op de Akropolis, klaag ik niet. Hij legt me e.e.a uit en geeft tips voor stranden in Pireaus en lokale restaurants en bars. Dan ben ik alleen en plof direct op het bed. WAT EEN DAG! En het is pas 13:30!

De eerste uren besteed ik met het doen van zo weinig mogelijk nuttige dingen en lig vooral heerlijk op bed; het eerste echte bed in 30 dagen. Daarna ga ik er op uit. Ik loop door buurten waar toeristen in geen velden of wegen te bekennen zijn en die zo smerig en vervallen zijn dat ik me even in Cairo waan. Dan kom ik in de straat met de nuttige winkels en slaag al gauw voor een 230V verlengsnoer. Het loopt tegen 17 uur en ik heb eigenlijk wel trek in pizza. Nu in een oventje heb, kan ik een diepvriespizza nemen. Dus zet ik koers naar een supermarkt, sla wat spullen in en trek me opnieuw terug in het appartement. Ik heb het even gehad met de stad, nu ik bijna een week in Athene ben.

18 gedachtes aan “Dag 24-30 (20-26 sept.): Athene

  1. Nicole

    De akropolis!!! Staat hoog op mijn verlanglijstje. Wat een geweldig verslag weer en prachtige foto’s. En….een selfie! Leuk?!
    Nu komen er een paar spannende dagen aan. Je auto los laten en er op vertrouwen dat het goed zal gaan. In elk geval.ligt het niet aan je voorbereidingen. Heel veel succes en plezier in Cairo. X

  2. J. Koopmans

    Eind goed al goed! Zou je hier kunnen zeggen. Man wat een gedoe om een plaatsje op een schip! Maar gelukkig las ik nu op FB dat alles uiteindelijk goed is verlopen. Toch maar een bosje bloemen voor Xanthi? Goede vlucht morgen en we zien elkaar in Cairo. Het treinreisje naar Alexandrie zit er voor mij dus niet in denk ik zo.

  3. Sander

    Hey Bjorn,

    ik heb je reisblog van je broer doorgespeeld gekregen en ik volg ‘m met veel plezier! Je hebt een prettige en beeldende schrijfstijl en je verhalen zijn erg onderhoudend. Als liefhebber van reizen, en gezegend met een groot voorstellingsvermogen, reis ik als het ware een beetje met je mee. 😉
    En het haalt in elk geval allerlei herinneringen boven, van plekken waar ik zelf ook ben geweest en situaties die ik ook heb meegemaakt. Hoe dan ook, ik wens je een hele goede reis, enjoy en blijf vooral schrijven! 😉

      1. Sander

        Nou, dat is onderhand best een aardig lijstje. 😀 Maar met betrekking tot jouw route vond ik het leuk om over Italië (Venetië) en Griekenland (Meteora en Athene) te lezen. Ik heb jaren geleden 2 x met InterRail een maand door beide landen gereisd. Jammer om te lezen dat Athene qua mentaliteit zo veranderd is. Je kon toen nog je camera vergeten in een eettentje of op een terras en dan kwam er iemand achter je aan rennen om ‘m terug te geven… 🙁

        Ik ben doorgaans een backpackerstype, dus met alleen een vliegticket op stap en dan maar zien waar en hoe je ergens terecht komt. En dan is werkelijk alle vervoer mogelijk. Vooral in Zuid-Oost Azië zijn de middelen enorm divers en daardoor erg leuk en avontuurlijk. Vooral omdat het niet altijd gaat zoals je verwacht of hoopt dat het gaat, haha ! Vervelend op dat moment, maar later een dierbare herinnering en bron voor smakelijke verhalen. 😉

        1. Bjorn Auteur van bericht

          Absoluut waar! Juist de onverwachte dingen zijn achteraf het leukst om aan terug te denken, ook al zijn ze op het moment zelf niet zo leuk. Inmiddels heb ik er 2 treinritten op zitten (Cairo-Alexandrië en weer terug), dus een stukje ‘backpacking’ heb ik nu ook gehad. 😛 Niet de eerste keer dat ik de trein in Egypte genomen heb trouwens hoor.

          Azië lijkt me een veel grotere uitdaging dan Afrika, om je eerlijk te zeggen. Misschien komt dat omdat ik er nog nooit geweest ben.

          1. Sander

            Zo’n grote uitdaging is Azië niet hoor als het om vervoer gaat. Ik vermoed dat dat in Afrika juist lastiger is, hoe meer je donker Afrika ingaat. Zoals gezegd zijn er in Azië veel opties en zelfs naar de verste uithoeken gaan wel minivans. En we hebben meermaals achterin een pickup gezeten want liften gaat ook best makkelijk. Daarbij zijn de mensen zo vriendelijk en behulpzaam, zonder er iets voor terug te willen. Ik heb net je ervaringen over oplichters en opdringerige mensen in Caïro gelezen, maar dat maak je daar nauwelijks mee. Uitzonderingen op hele toeristische plaatsen misschien daargelaten. Alhoewel we op Bali ook overal met rust werden gelaten. Op dit moment genieten we weer met volle teugen van de mensen en vooral het eten in Chiang Mai in het bergachtige noorden van Thailand. Voor gemiddeld 1,50 euro eet je je buik vol ! ☺

  4. Patricia van Baarlen

    jeetje die supermarkt…. inderdaad heel surrealistisch! vreemd hoor voor een winkel als Carrefour
    en lief dat je dat hondje wat hebt gegeven 😉
    je foto’s zijn zoals altijd prachtig (waar is dat hondje trouwens?) maar die ene van de Akropolis op een afstandje met die donkere wolken die er haast in verdwijnen, vind ik wel heel byzonder…

    1. Bjorn Auteur van bericht

      Bedankt voor de complimenten, zoals altijd. :-):-)
      Ik zie nu pas dat de namen van de foto’s niet meer automatisch ingevuld worden, dus daar ga ik van de week even naar kijken, Wat bedoel je met nummer 46? De 46e foto van boven is niet van de Akropolis en er staat ook geen donkere wolken.
      De foto van de hond is gek genoeg helemaal weggevallen, maar die heb ik er net weer bij gezet.

  5. Sandra van der Lee

    Prachtige foto’s! Vooral de donkere wolken bij de acropolis. Wow!? en een leuke selfie ? ook de schoenen met bolletjes nu gezien ? erg komisch. Ben blij dat alles goed is gekomen en je kanarie op het juiste schip is gekomen. Verheug me op ons dagje Alexandrie om hem op te halen. Ik zie je volgende week in Cairo ? blijf zo doorschrijven, echt geweldig Hoe je alle avonturen op papier (of digitaal in dit geval) zet .

  6. Monique Raedecker

    Wat kan jij leuk en onderhoudend schrijven, Bjorn, echt een genot om te lezen. Ik zit momenteel in Canada en heb niet aldoor tijd om het uitgebreid te lezen, maar ik vind het wel erg leuk! En ook geweldig hoe je met al die onverwachte situaties omgaat, hulde! Een goed verder verloop van je reis toegewenst en ik ben nu al benieuwd naar de volgende verhalen.
    Monique

    1. Bjorn Auteur van bericht

      Hoi Monique,
      Canada! Lijkt me ook geweldig om doorheen te reizen. Veel plezier daar!

      Bedankt voor de complimenten. Ik verwacht van niemand alle teksten helemaal te lezen hoor. Ik schrijf in eerste instantie voor mezelf. Als anderen het leuk vinden om (delen ervan) te lezen dan is dat gewoon hartstikke leuk! Maar geheel vrijblijvend hoor. 😉

      Terwijl ik dit schrijf zit ik in een ongelooflijk rumoerige en chaotische wachtruimte van een of ander kantoor waar een document opgesteld en vertaald wordt voor de inklaring van de auto. Het is al het vierde, zweterige kantoor vanmorgen. Het is een hel maar ik zie er de lol wel van in! 😀
      Bjorn

  7. Anja korink

    Wat een inspirerend verhaal en wat blijf je creatief in het vinden van oplossingen.
    Ik lees je ervaringen graag.boiend en je doet veel levenservaring op.

    1. Bjorn Auteur van bericht

      Bedankt, Anja! Leuk om te lezen.
      Ja, ik doe zeker heel veel levenservaringen op! En dat is precies één van de redenen geweest om aan deze reis te beginnen. 🙂

Laat een antwoord achter aan Patricia van Baarlen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.