Dag 226 en 227. Deze dagen staan in het teken van klussen, boodschappen en nog meer klussen. Ik laat de auto wassen (die er nu weer ongekend blinkend bij staat), maak de onderkant van de auto schoon en inspecteer deze op schade (wat gelukkig erg meevalt), repareer de lier (wat uiteindelijk zo gebeurd is), werk veel aan mijn verslag en mijn blog, doe uitgebreid boodschappen, lees wat, richt de auto weer in op het solo-reizen, doe wat administratie, laat een grote mand vol wasgoed wassen, enzovoort, enzovoort. Na al het ongezonde eten van dag 225 eet ik op dag 226 bijna alleen maar fruit en sla, wat echt verrukkelijk is. De ochtenden en avonden zijn fris, maar overdag is het lekker warm. Verder valt er over deze dagen niet veel bijzonders te vertellen dus zal ik je er ook niet mee vermoeien!
Dag 228. Ook deze dag ben ik nog aan het klussen en ga naar een grote bouwmarkt waar we eerder toevallig langsreden (de eerste bouwmarkt die ik tot dusver in Afrika gezien heb!) om een nieuwe dop voor de dakpijp te zoeken. Heroen had een nieuwe uit Nederland meegenomen, maar die tas is – zoals bekend – nooit aangekomen. Ik heb veel geluk, want ze hebben een dop in precies de juiste maat! Sterker nog: het is de enige maat die ze hebben. Ik loop daarna nog even door het naastgelegen winkelcentrum. Wellicht dat er een winkel voor auto-accessoires is gevestigd. Dat blijkt niet het geval, maar ik zie wel voor het eerst deze reis een (weliswaar kleine) outdoor-winkel en ik loop nog even de Foodlovers Market in, waar mijn mond open valt van de enorme hoeveelheden en sortering aan fruit en groente. Zoveel keuze heb ik sinds Europa niet meer gezien! De supermarkten waar ik sinds Kenia dankbaar gebruik van gemaakt heb hadden veelal een bescheiden maar afdoende sortering groente en fruit, en de kraampjes langs de wegen bieden vaak alleen tomaat, ui, aardappel en kool. Maar wat ik hier zie kan ik nauwelijks voor mogelijk houden. Kostte een pond druiven in Kenia nog zo’n 12 euro, hier koop je een kist van 2 kg voor nog geen 4 euro! Ook zijn er bijvoorbeeld zeker 4 soorten sla en zie ik pruimen, nectarines, en zelfs mandarijnen. Aangekomen bij de bakker-afdeling zie ik zo’n 10 soorten broodjes, evenzoveel soorten broden en allerlei koeken en cakes. Wauw. Met mijn krappe budget kan ik me al deze weelde niet veroorloven, ook heb ik er geen plek voor in de auto en zou veel al bedorven zijn nog voor ik het kan eten, dus koop ik er niets, maar het is me eens te meer duidelijk dat de Westerse wereld naarmate ik zuidwaarts rijd steeds beter vertegenwoordigd is.
Wanneer ik wegrijd klinkt een luid gerammel bij mijn linker achterwiel. Ik stop even langs de kant om poolshoogte te nemen. Een net geklede voorbijganger schiet te hulp nog voor ik de portier geopend heb. Hij gaat ondanks zijn keurige, smetteloze broek op zijn knieën zitten om het wiel van dichterbij te bekijken. We besluiten dat het waarschijnlijk een stuk losgeraakte opgedroogde modder is dat ergens in de velg rammelt bij het rijden. Ik bedank de man hartelijk en hij loopt met een vriendelijke lach weer door. Wat een prachtvolk!
Terug op de camping installeer ik het deksel en zit even later rustig achter de laptop als ik tot mijn stomme verbazing een auto van Pinnon Lodge het terrein op zie rijden (niet de auto met startproblemen). Ik wist dat Lyndon en/of Ruth in de stad waren, want even daarvoor had ik 2 Nederlandse backpackers gesproken die van plan waren om naar Pinnon Lodge toe te gaan, maar niet mee konden/mochten rijden met hen. Nu zie ik hoe Lyndon aan mijn kanarie voorbijrijd, plotseling op de rem trapt, haastig omdraait (het grind spat omhoog) en niet weet hoe snel hij de poort weer uit moet rijden! Hahaha, die zal nog lang nachtmerries van ons hebben, ben ik bang. 🙂
Ik ben nu al 4 dagen in deze rumoerige stad en ik ben het echt zat. Morgen ga ik er toch echt vandoor. Mijn belangrijkste taak voor vandaag is dan ook bepalen waar ik de komende dagen/weken ongeveer naartoe ga. Ik heb nog een kleine 2 weken voor ik Zambia uit moet zijn (vanwege mijn visum), maar de afstanden in dit land zijn groot, dus die tijd zal hard voorbij gaan.
‘s Avonds lees ik mijn eigen reisverslag en bekijk mijn eigen foto’s en film van de groepsreis die ik in 2012 gemaakt heb en die destijds hier in Lusaka begon. Die reis was één van de belangrijkste aanleidingen voor deze reis en dus zie en lees ik met veel genoegen alles weer terug. Toen leek Zambia me iets vreselijks exotisch en beleefde ik alles heel intensief. Ik moet erkennen dat ik nu, na bijna 8 maanden Afrika, alles een stuk ‘gewoner’ beleef. Maar dat vind ik tegelijkertijd de charme van deze manier van reizen, omdat je heel geleidelijk aan nieuwe omgevingen kunt wennen en je rustig de tijd kunt nemen om alles in je op te nemen. Met zo’n groepsreis maak je in heel korte tijd heel veel mee (wat ook erg leuk is) maar krijg je niet de kans om voldoende te genieten van alles. Daarbij beleef je de dingen met mensen waar je niet voor gekozen hebt en waar je mogelijk ook niet voor gekozen zou hebben.
Dag 229. Vandaag is het zover, ik verlaat Lusaka, en hopelijk kom ik er deze reis niet meer terug. Na inpakken en afrekenen rijd ik om een uur of 9 de poort uit en zet koers naar het Kariba meer, het grootste kunstmatige meer van Afrika. Het bevindt zich in de Zambezi rivier, die de grens vormt tussen Zambia en Zimbabwe. Volgens de reisgids moet het makkelijk zijn om de dam te bekijken, ook al ligt deze in het niemandsland tussen deze twee landen. Het is een prachtige rit. Rustige, redelijk goede asfaltwegen door een afwisselend en groen landschap.
Ik stop onderweg een keertje om de benen te strekken en een keertje om te lunchen. Eenmaal komt er een fietser voorbij. Hij kijkt wat nors, maar zodra ik mijn hand naar hem opsteek verschijnt er een grote, witte lach op zijn gezicht en zwaait hij enthousiast terug en fietst rustig door. Ook passeer ik maar liefst 2 fietsende overlanders. Tijdens de rit van South Luangwa naar Lusaka zijn Heroen en ik er ook al verscheidene tegen gekomen. Wat is dat toch met fietsende overlanders in Zambia? In dit land heb ik er al meer gezien dan in alle landen hiervoor bij elkaar!
Aangekomen bij de grensovergang van Siavonga word ik uiteraard direct aangesproken door een geldwisselaar. Of ik naar Zimbabwe ga, vraagt hij. Nee. Of ik dan naar de dam toe ga? Ja. Helaas valt er voor hem dus niets te verdienen en hij loopt meteen weg. Ik loop een trapje af naar waar volgens de reisgids het Immigratiekantoor zou moeten zijn, maar ik zie alleen 2 deuren met de bordjes ‘Public hall 1’ en ‘Public hall 3’. Omdat ik verder niets anders zie ga ik hal nummer 3 maar in en dat blijkt in één keer goed te zijn, want hier bevindt zich inderdaad een loket van Immigratie. Als ik opmerk dat ik de dam wil bezichtigen wordt er onmiddellijk een papiertje geschreven, ondertekend en gestempeld en mij gevraagd om mijn paspoort zo lang in te leveren. Het gaat allemaal superefficiënt. Bij de poort, een tiental meter verderop, moet ik opnieuw uitstappen om een registerboek in te vullen, waarna de poort voor me geopend wordt. Enkele kilometers verderop kom ik aan bij de enorme stuwdam. Ik zet de auto neer en ga, gewapend met camera, te voet verder. Ondanks dat dit een grensovergang en een strategisch object is, wordt me geen strobreed in de weg gelegd om foto’s te maken. Enkele Zambiaanse toeristen willen met me op de foto, waarna ik natuurlijk van hen hetzelfde verlang. Terug bij de grenspost word ik zonder problemen weer binnengelaten en heb ik mum van tijd mijn paspoort weer terug. Wat een ongewoon Afrikaans staaltje van efficiëntie!
Na een hobbelige rit van zo’n 10 km over een slechte stof- en steenweg kom ik uit bij Sandy Beach Resort, waar ik een aantal dagen wil relaxen alvorens verder te reizen richting Botswana, het volgende land voor mij. Het lijkt haast wel alsof ik op een boerderij ben belandt, maar ik word wel heel vriendelijk ontvangen. Faciliteiten zijn er nauwelijks, of je moet er extra voor betalen, zoals een braai-stel. Er lopen koeien, geiten, kippen en kinderen rond. Maar het uitzicht over het Kariba meer is erg mooi, zeker met de ondergaande zon, en hoewel ik ‘s avonds de bustent nauwelijks uitkom vanwege alle insecten, is het wel een tamelijk rustig plekje. De douche, die ik in een kamer mag gebruiken, omdat de campingdouches schijnbaar koud zijn, is redelijk schoon en warm. Warm is het hier sowieso. De temperatuur hier aan het meer ligt erg hoog en ik zweet dan ook als een otter. Wat een verschil met Lusaka! Daar moest ik ‘s avonds en ‘s ochtends een trui en sokken aan, maar hier zit ik de hele avond met een ventilator op me gericht.
Dag 230. Ik doe vandaag niet veel. Een paar kleine klusjes, zoals een wasje, water filteren, een kleine reparatie en aan mijn verslag werken. Verder lees ik vooral erg veel en doe in de voormiddag een dutje, want het is heel erg warm en om de een of andere reden voel ik me zelfs zittend vreselijk duizelig. Normaal gesproken is dat alleen bij liggen en overeind komen en soms als ik me omdraai of zo, maar nu voel ik me erg licht in mijn hoofd en heb koud zweet op mijn voorhoofd. Mogelijk is het een bijwerking van de pillen die ik vanmorgen in heb genomen tegen bilharzia. Het kan ook de intense hitte zijn die hier geldt. Hoe dan ook voel ik me na het dutje al een stuk beter.
Daarna ga ik eens kijken of het zwembad de moeite waard is, want ik durf het meer niet in. Niet alleen uit angst voor krokodillen en nijlpaarden (die hier absoluut leven), maar ook voor bilharzia. Helaas ziet het zwembad er smerig uit, dus daar pas ik voor. Bij de receptie informeer ik naar de niet functionerende stroomvoorziening bij de kampeerplaats. Even later wordt er met 2 man naar gekeken en uiteindelijk komt men maar met een grote haspel aanzetten als alternatief. In deze extreme hitte kunnen mijn uitgeputte huishoudaccu’s de eisen van mijn koelkast niet meer aan en het is zelfs te heet voor de zonnepanelen.
‘s Avonds maak ik een klein vuurtje waarop ik mijn avondmaaltje kook. Omdat het volle maan is heb ik bijna geen verlichting nodig en zit geruime tijd in het maanschijnsel naar het meer te staren.
Ik was ontzettend achter geraakt met het lezen van je belevenissen. Zodoende heb ik nu een paar uur doorgebracht in verschillende afrikaanse landen!!
Telkens weer geweldig om je reis te volgen!. Nogmaals bedankt voor deze mogelijkheid!
Erg fijn om te horen Mona! Bedankt voor je niet aflatende enthousiasme! Het doet me altijd erg veel goed om feedback te krijgen.
Hallo Bjorn.
ik heb al sinds 22 april geen nieuwe berichten van je ontvangen. Klopt dat? Ik volg je nl met veel interesse. Moet ik me misschien opnieuw aanmelden?
In ieder geval goeie reis,
Dag Janneke,
De laatste nieuwsbrief dateert helaas alweer van 23 april dus hopelijk heb je die ontvangen. De reden dat er sindsdien geen nieuwe nieuwsbrieven meer verschenen zijn is dat ik sindsdien niet meer in staat ben geweest om een nieuw bericht in mijn blog te plaatsen. Dat hoop ik morgen eindelijk voor elkaar te krijgen. De nieuwsbrief daarover krijg je dan als het goed is overmorgen.
Dag Bjorn, sinds de nieuwjaarsbijeenkomt van de VVE Molenpoort, waar ik hoorde dat jij via een blog al je belevenissen vertelt over de hele lange reis, die je aan het maken bent volg ik je met verbazing en ontzag. Wat zie je veel, wat maak je veel mee en wat een prachtige foto’s en filmpjes maak je. Wat heb ik genoten van alles wat ik gelezen en gezien heb en nu ben ik dus bij en wacht op je nieuwe blog. Nog heel veel reis plezier, sterkte met je gezondheid.
Hartelijke groet van Aafke Serné. (buurvrouw van je vader).
Dag Aafke, wat leuk om te lezen! Bedankt voor je berichtje en de complimenten.
Ik zie inderdaad ontzettend veel en maak van alles mee. Dat is natuurlijk ook de kracht van het reizen. Maar het voorrecht te hebben dit een jaar lang te kunnen doen is iets waar ik mezelf elke dag mee feliciteer. 🙂