Het ligt wat hard; niet vanwege de houten bodem, maar omdat de matrasvulling gewoon wat hard is. Niettemin word ik heerlijk uitgerust wakker, na een goede nachtrust in mijn kanarie. Ik heb sinds de laatste keer wel een stuk minder ligruimte (vanwege meer kastruimte), maar nog altijd meer dan genoeg. Ook hier vind ik wat verbeterpuntjes, zoals het gebrek aan een handige plek voor mijn kleding en schoenen bij het slapen gaan, maar al met al werkt alles nagenoeg precies zoals ik dat vooraf in gedachten had.
Als ik de deuren open valt er een fijne regen en het is koud. Geen best begin van de dag, maar gelukkig duurt de regen maar even en blijft het de rest van de dag vrijwel geheel droog. De zon laat zich nagenoeg niet zien. Desondanks leg ik de zonnepanelen neer en tot mijn verrassing wek ik daarmee gedurende de dag toch nog gemiddeld zo’n 10-30W op: blijkbaar precies genoeg om aan mijn stroombehoefte te voorzien, want aan het einde van de dag zijn mijn accu’s nog even vol als die ochtend!
Rond een uur of 9 is de hele camping wakker en in de weer voor het ontbijt, en een uurtje later is iedereen weg, behalve ik. Heerlijk; het rijk alleen!
Ik ‘herorganiseer’ mijn spullen, vind dingen terug waar ik me gisteren verloren naar gezocht heb (zoals mijn paspoort), probeer het nood-kookstelletje nog eens uit, verricht wat kleine klusjes aan de auto, noteer wat verbeterpunten, drink rustig wat mokken thee en voor ik het weet is de dag alweer om (en is iedereen weer teruggekeerd).
Tegen vijven loop ik een kort rondje door de omgeving en ontdek hoe prachtig deze riviervallei is.
Daarna informeer ik naar brandhout. Ik word gewezen op de juiste stapel, de weegschaal, het hakblok en de bijl. Niet veel later loop ik met 7,5 kilo hakhout naar de auto.
Op het menu staat macaroni, die ik in mijn gloednieuwe zgn. ‘dutch oven’ (gietijzeren pan op pootjes) bereid. Dat gaat boven verwachting goed, hoewel ik de pan vergeet van het vuur te halen nadat ik heb opgeschept en de boel dus enigszins aanbrand. Het bivakkeren is alweer even geleden, maar gaat me nog prima af, al zeg ik het zelf.
Het gehurkt in de beek schrobben van de zwartgeblakerde pannen is minder leuk (ik had geen geduld om te wachten op een goeie aslaag), maar ach, dat hoort er nu eenmaal bij. En wanneer ik even later met een mok hete thee naar het knapperende houtvuurtje staar, is het leven goed. Ondanks de kou.
Het is verleidelijk om na deze eerste echte dag conclusies te trekken over deze levensstijl. Enerzijds is het, zoals gezegd, heerlijk. Maar anderzijds is de kou en het gebrek aan bescherming tegen de wind best vervelend. Maar het eerste zal in Afrika waarschijnlijk veel minder een rol spelen en aan zowel het eerste als het tweede is wat te doen: toch die bustent maar kopen.
Het gevoel dat ik de hele dag ‘verspeeld’ heb door bij de auto te blijven hangen, knaagt aan me. Maar wat wil je ook? Ik heb me 2 maanden lang dag in dag uit, meestal tot ’s avonds laat toe – op z’n Rotterdams – de pleuris gewerkt om klaar te zijn voor dit tripje, dus is het natuurlijk enorm afkicken. Dat komt vast wel goed. 🙂