Dag 361. Vandaag is de dag, een dag van afscheid, het einde van het kanarie-tijdperk. 😉 Het regent als ik opsta. Bah! Niet alleen is dat gewoon vervelend, maar juist vandaag komt het wel heel erg slecht uit, omdat ik immers de laatste dingen moet inpakken en overhevelen naar mijn tassen en ik de dakkist leeg moet halen (zodat Duncan die makkelijker van het dak kan halen zodra de auto de container in moet). Daar kan ik geen regen bij gebruiken. Gelukkig zijn het maar buien en weet ik alle handelingen te verrichten in de droogtes tussendoor. Tot dusver heb ik Kaapstad alleen maar als een koude en natte stad ervaren. Het is daarom erg moeilijk te geloven dat de stad met een vreselijke droogte kampt. Als we echter later die ochtend onderweg zijn passeren we vele matrixborden waarop de alarmerende stand van het water in de stuwmeren staat: slechts 18%!
Gisteravond was toevallig net het benzinetankje van mijn kookstel leeg, dus zet ik deze ochtend theewater op het laatste restje brandhout. Twee vliegen in 1 klap. Om 9:45 ben ik – ondanks de buien – klaar voor vertrek. Duncan loopt te stressen, maar is er even later ook klaar voor. Dan rijden we weg: een kleine optocht van 2 Nederlandse, gele Landcruisers door Zuid Afrika. Je houdt het niet voor mogelijk! Sterker nog: ik ken de andere auto van de LandcruiserClub! De regen heeft voor een blubberbad gezorgd op de toegangsweg naar de camping. Mijn auto was door de regen en de hagel behoorlijk schoon geworden, maar is door dit enkele ritje weer helemaal smerig. En dat vuil heeft ook nog eens een week of 4 de tijd om uit te harden. In de late ochtendspits leggen we de afstand af tot het depot. Eerst maken we nog een stop bij een bedrijventerrein waar Duncan wat papieren af moet geven. Zoals gepland parkeert Duncan de andere kanarie in het depot en stapt daarna naast mij in. Dan rijden we naar mijn Airbnb adres, wat nog heel eventjes zoeken is. Daar aangekomen haal ik mijn tassen uit de auto en neem afscheid van Duncan en mijn kanarie. Guy, de gastheer van mijn Airbnb komt me al tegemoet lopen en samen zien we – ik met een brok in mijn keel – hoe Duncan er in mijn auto vandoor gaat.
Guy laat me de studio zien die ik voor deze laatste dagen in Afrika gehuurd heb, waarna we nog geruime tijd blijven praten. Hij heeft zelf ook veel reizen met de auto gedaan. Nadat ik me gesetteld heb loop ik naar een deli (een soort hip eetcafé) in de buurt om te lunchen. De rest van de middag lees ik wat, praat nog wat met Guy en werk aan mijn verslag. Ook maak ik gebruik van zijn wasmachine, zodat ik in elk geval een deel van mijn grote stapel wasgoed schoon kan krijgen. De rest zal de komende 4 weken moeten ‘rijpen’ in de container. Het is niet anders; ik kan het niet allemaal meenemen het vliegtuig in en ik kon het ook niet handwassen op de camping. Voor het diner warm ik een kliekje stoofpot van gisteren op. Ik heb geen keukentje in de studio, maar wel een magnetron. ‘s Avonds doe ik … eigenlijk helemaal niks. Beetje tv kijken en lezen.
Dag 362. Mijn plannen voor deze laatste dagen in Kaapstad, in Afrika en de laatste dagen van mijn jaarlange reis? NIETS. Helemaal NIETS. Misschien dat ik nog wel iets ga doen, maar ik heb niets gepland, anders dan 3 dagen lekker relaxen en genieten van het comfort van een kingsize bed, een eigen badkamer en geen last van de kou, regen en wind.
Ondanks het enorme, warme en heerlijke bed slaap ik deze nacht niet erg best. Ik was erg moe toen ik ging slapen, maar kan om de een of andere reden de slaap nauwelijks vatten. Pas tegen de ochtend lukt het me en slaap ik uit tot een ongekend late tijd van 8 uur! Met alle comfort die me ter beschikking staat heb ik weinig tijd nodig voor de ochtendrituelen (kokend water komt uit een waterkoker i.p.v. een zwartgeblakerde pan zonder handvatten op een nukkig benzinekookstel, en de douche is 10 stappen van het bed) maar ik neem er áááááááálle tijd voor.
Het meest spannende wat ik deze dag doe is uit eten gaan. Dat is alles. Heerlijke bobotie. De rest van de dag doe ik eigenlijk helemaal niks. Oh ja, ik haal wat boodschapjes. Spannend! Het regent bijna de hele dag, dus ik voel me geen moment bezwaard om zoveel tijd binnen te hangen. Heerlijk. Mag ook wel eens, toch?
Dag 363. Het is al 10:45 als ik naar buiten stap. Ik ben van plan om naar het Waterfront te lopen; een wandeling van ongeveer 5 km. Nog voor ik de tweede poort door ben raak ik aan de praat met een Amerikaanse man die met zijn vrouw in een andere kamer van het huis verblijft. Zij zijn ook al 7 maanden aan het reizen, maar dan per vliegtuig van stad naar stad door heel de wereld. Nodeloos te vertellen dat we een tijd blijven ouwehoeren. Een half uur om precies te zijn, want daarna loop ik in een uurtje naar het Waterfront, waar ik dus om 12:15 aan kom. Bij een bistro eet ik een broodje en loop daarna naar het Two Oceans Aquarium dat naar verluidt erg mooi moet zijn. En inderdaad: dat klopt! Wat een fascinerende creaturen zwemmen, liggen en kronkelen er in de vele tanks van dit instituut. Met name de kwallen-afdeling vind ik absoluut betoverend. De gracieuze bewegingen in het spookachtige UV-licht zijn echt geweldig om te zien. Maar ook grappige diertjes als zeepaardjes en koe-vissen, en fascinerende wezens zoals anemonen en zee-egels. Die laatste heb ik in grote getalen in Kenya in de zee gezien (gelukkig niet gevoeld!), maar hier kun je ze van heel dichtbij bestuderen en ook aan de onderkant. De informatievoorziening is ook uitstekend verzorgd. Kortom: zeer de moeite waard!
Een paar uur later sta ik weer buiten en besteed de rest van de middag souvenirshoppend (die randen moeten op!). Om iets over 17 uur geniet ik van een heerlijk (vroeg) diner in 1 van de vele restaurants hier. Daarna bestel ik een Uber-taxi. Had ik nog nooit eerder gedaan. Wat een uitvinding! De taxi is er al na enkele minuten en zet me voor de deur af voor het belachelijk lage tarief van €4 (incl. een flinke fooi)! Daar komt nog bij dat mijn chauffeur een ontzettend boeiende man is en een gepassioneerd wereldverbeteraar.
‘s Avonds doe ik niets wat het vermelden waard is.
Dag 364. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ondanks mijn voornemen deze laatste dagen in Afrika niets te doen kan ik het – net als gisteren – toch niet laten om iets te gaan doen. Niet dat ik er haast mee maak hoor, want het is al ruim na 11 uur als ik mijn kamer verlaat. En dan is het nog alleen om een paar boodschapjes te doen en een internetcafé te zoeken om mijn boarding pass te printen. Ik kom terug met wat brood voor de lunch en een diepvriespizza als diner, maar geen printje. Ik kan wel een internetcafé vinden, maar die blijkt dicht te zijn. Gelukkig kan ik mijn boarding pass de volgende ochtend bij mijn gastheer Guy uitprinten.
Na de lunch ga ik er dan toch echt op uit. Doel is het beklimmen van Lion’s Head, een 669 m hoge heuvel naast de Tafelberg. Mijn gastheer raadde het van harte aan en ik had het bij mijn vorige bezoek aan Kaapstad ook al op mijn lijstje staan, maar toen is het er niet van gekomen. Het is ongeveer 2 km lopen naar de parkeerplaats op Signal Hill die het startpunt van de wandeling markeert. En die 2 km is al behoorlijk klimmen geblazen! Ik ben dus al aardig warmgelopen als ik aan de eigenlijke wandeling begin. In die 2 km loop ik langs kastelen van huizen. Ik wist al dat ik in een rijke buurt verblijf, maar sommige huizen doen me toch nog versteld staan.
Het laatste stukje naar de start van het pad naar de top van Lion’s Head kan ik de drukke asfaltweg ontvluchten door een parallelpaadje te nemen. Dat is niet geheel zonder risico, want berovingen vinden hier naar het schijnt regelmatig plaats. Maar het is maar een klein stukje. Het pad naar de top zelf is aardig druk en dus veilig. Vele toeristen wagen zich aan de klim naar de top. Men sprak tegen mij over deze activiteit altijd als een ‘wandeling’, maar daarvan is alleen het eerste deel sprake. Dat bestaat uit een steile, maar gemakkelijke klim. Maar ineens verandert het pad in een schier eindeloze serie van klimrotsen. Het begint nog redelijk onschuldig met hoogteverschillen van flinke traptreden, maar al gauw moet je flink klimmen om verder te komen. De rotsen zijn gelukkig erg stevig (geen los grind), maar je bevindt je wel vlak naast een hele steile afgrond, nergens wordt er gewaarschuwd voor dit gevaar en nergens zijn veiligheidsmaatregelen getroffen. Zelfs bordjes die je in de goede richting wijzen zijn er bijna niet. Slechts af en toe is er een handgreep, ladder of ketting aangebracht om je aan vast te houden.
Enigszins aan het begin van deze klimwand ontmoet ik Rawen, een Deense vrouw van Libanese afkomst die – net als ik dus – in haar eentje probeert de top te bereiken. Ook zij is verrast door het enorm toegenomen moeilijkheidsniveau en zit even bij te komen. Ze vraagt me of ik soms weet hoe we verder moeten, want dat is – zo ontdek ik zelf ook – erg moeilijk te zien en andere mensen zijn hier even niet te zien. Ik klim wat in het rond en vind het uiteindelijk het pad. Samen klimmen we verder. Al gauw stuiten we op een volgend obstakel: een hele smalle richel langs de steile afgrond. Een passerende tegenligger bevestigd dat we hier echt over heen moeten. Rawen durft niet, maar ik weet haar te overtuigen om het toch te proberen. Zo overwinnen we samen nog een groot aantal obstakels terwijl het ‘pad’ steeds steiler en moeilijker wordt. Op een gegeven moment komen we op een vlak stuk uit waarvan we op een afstandje nog dachten dat het de top is, maar dat blijkt tegen te vallen. Niettemin moedigen afdalers ons aan door te gaan omdat we er toch echt bijna zijn. En dus gaan we door. Over een smalle, steile heuvelkam bereiken we moe maar blijmoedig de top op 669 m. Mijn wandeling begon op 130 m hoogte, dus ik heb 539 m geklommen in de laatste pakweg 2 uur. Toch niet slecht, vind ik. Op de top aangekomen rusten we uit en genieten van het uitzicht. Rawen was hier voor vrijwilligerswerk in het onderwijs (ze vliegt een dag later dan ik naar huis) en op de top komt ze stomtoevallig wat collega’s tegen.
Als we beide mentaal en fysiek weer klaar voor zijn vangen we de afdaling aan. Dat is nog veel enger dan klimmen, maar gelukkig hebben we beide ongeveer hetzelfde tempo, zodat we opnieuw samen de vele obstakels te lijf gaan. Al afdalend steken we vele vermoeide klimmers een hart onder de riem, zoals velen ook bij ons deden toen wij omhoog gingen. We zijn erg blij als we het moeilijke stuk achter ons gelaten hebben en tenminste weer enigszins gewoon kunnen lopen. Trots bereiken we de parkeerplaats, waar we afscheid van elkaar nemen. Ik loop weer terug naar mijn Airbnb en hoewel dit één grote afdaling is over asfalt is het toch flink afzien, want ik ben erg moe. Gebroken bereik ik mijn bestemming, waar ik direct op mijn bed neerplof en daar zeker 10 minuten roerloos blijf liggen. Daarna neem ik een heerlijke douche en gooi vervolgens de pizza in de magnetron. Wat ben ik blij dat ik er niet meer uit hoef voor het eten!
Dag 365. Ergens moet ik een foutje hebben gemaakt, want 2017 is geen schrikkeljaar en dus zou morgen (27 augustus; ik vertrok op 28 augustus) de 365e dag van mijn reis moeten zijn, maar dat vergeeft u mij vast wel. Hoe dan ook is dit de laatste dag in Afrika, de dag dat ik huiswaarts keer na een jaar vol belevenissen, fascinerende mensen, schitterende natuur en zo nu en dan een eng momentje. Vandaag om 18:05 (als alles goed gaat), vlieg ik naar huis.
Ik slaap eigenlijk verrassend goed en neem alle tijd met opstaan; ik hoef de kamer pas om 1 uur uit te zijn. Iets voor 11 uur ben ik klaar voor vertrek en zet mijn tassen in de hoofdwoning van Guy’s huis, zodat ik er nog even op uit kan gaan. Ik loop naar het nabije De Waalpark; een klein maar relaxt park. Het is zaterdag en een gezellig aantal mensen is – veelal met honden en/of kinderen – in het park actief. Zelf neem ik plaats op een bankje om er zo’n 1,5 uur te lezen. Dan loop ik naar de deli waar ik de eerste dag ook geluncht heb. In tegenstelling tot de voorgaande dagen is het vandaag een wolkeloze dag en zowel in het park als op het terras van de deli is het goed vertoeven. Na de lunch loop ik terug naar de Airbnb en neem afscheid van Guy. Hij helpt me met het dragen van mijn bagage. Vlak buiten de poort bestel ik een Uber taxi. Toevallig zijn de 2 Amerikanen die elders in het huis verblijven ook net klaar voor vertrek, dus besluiten we de taxi te delen. Die arriveert na enkele minuten ter plaatse en brengt ons in een kwartiertje naar het vliegveld. De totale ritprijs is slechts 170 rand, en dat delen we dus ook nog eens.
Op het vliegveld loopt alles op rolletjes. Vaak moet ik mijn rugtas inchecken als odd-size bagage, maar dit keer gelukkig niet. Ik heb de tassen vanmorgen bij Guy kunnen wegen, maar dat het qua afmetingen ook goed zat, merkte ik pas bij het inchecken. Bij de paspoortcontrole was ik even bang dat ze moeilijk zouden gaan doen over de wirwar van entry- en exit-stempels van ZA in mijn paspoort (ik heb er immers 5, verstopt tussen vele anderen), maar de dame achter de balie kijkt er niet eens naar en zet gewoon de exit-stempel. Zoals gezegd: op rolletjes. Daarna begint natuurlijk het lange wachten. Ik geef mijn laatste randen uit aan wat souvenirs en een flesje water voor in het vliegtuig en blijf een beetje rondlopen. Ik moet straks 9,5 uur lang zitten en daarna nog eens ruim 7 uur…
Het vliegtuig vertrekt met een vertraging van een half uurtje, maar haalt dat netjes in. Het is een erg modern vliegtuig. Het entertainmentsysteem is enorm uitgebreid, de plafonds in de gangpaden vertonen sterretjes als het centrale licht gedoofd wordt en het doven van de lampen gaat heel geleidelijk en met de kleuren van een zonsondergang. Ook krijgt iedereen een welkomstpakket, inclusief sokken (geen idee waarom), oordopjes en een oogmasker. De vlucht verloopt heel soepel; vrijwel geen turbulentie. Ik weet door middel van wat hazenslaapjes bij elkaar toch nog een paar uurtjes te slapen. Desalniettemin ben ik maar wat blij als de 9 uur er op zitten en we eindelijk van boord kunnen.
Dag 366. Beneden aan de trap dienen de mensen met een overstap naar bepaalde bestemmingen (zoals Amsterdam) in een aparte bus te stappen, Die moet vervolgens ongeveer een kwartier rijden om bij de juiste terminal te komen. Dubai is echt een gigantisch vliegveld. Desondanks verloopt ook de overstap vlekkeloos. Het is vreselijk druk op het vliegveld, maar alles is duidelijk aangegeven en na ruim een uur wachten kan ik het tweede vliegtuig boarden. Het vorige toestel was een Boeing 777, en dit is een fonkelnieuwe Airbus 380. Wat een gigantisch toestel! Toch lijkt het binnen nauwelijks groter, omdat je de bovenverdieping als gewone sterveling niet te zien krijgt, en de benedenverdieping net zo breed is als een B777. Hoewel? De A380 is toch wat boller, waardoor ik (aan de raamkant gezeten) veel meer ruimte voor mijn linkerarm- en been heb. Over beenruimte heb ik sowieso niet te klagen, want hoewel ik daar normaal erg mee worstel, kan in de tweede vlucht mijn benen zelfs strekken! Dat stelt me in staat om de hele vlucht van 7 uur niet te hoeven opstaan. Het entertainmentsysteem is ook hier meer dan geweldig. Ook deze vlucht vertrekt met een half uurtje vertraging, maar ook ditmaal wordt dat ruimschoots ingehaald en is er onderweg vrijwel geen turbulentie. Zelfs de (inbegrepen) maaltijden zijn nog best goed.
Om 13:05 raken de wielen van het toestel de Nederlandse bodem en krijg ik een brok in mijn keel. Het aanblik van dat typische Nederlandse landschap vanuit de lucht even daarvoor had al wat teweeg gebracht bij me, maar nu ben ik er toch echt. Het duurt even voor de bagage er is. Zodra ik de bagagehal verlaat en de aankomsthal in loop wacht me een warm welkom. Mijn vader Jilles, zijn vriendin Joep, mijn broer Remon en mijn zwager Ton heten me van harte welkom. Natuurlijk is vooral het weerzien met mijn vader een aangrijpend moment. Als de eerste emoties gepasseerd zijn gaan we even naar een tentje om wat te drinken. Daarna lopen we richting de auto, maar nemen al lopend afscheid van Ton, omdat hij morgenochtend vroeg vanaf hier (Schiphol) moet vliegen (hij is piloot) en dus hier vlakbij in een hotel verblijft. Al rijdend naar huis (als passagier) ervaar ik opnieuw wat bijzondere emoties. Enerzijds ziet alles er ontzettend bekend uit, maar anderzijds is het allemaal zo onwerkelijk om weer te zien. Zeker het laatste (en dus bekendste) stuk voelt heel raar, en aangekomen in mijn vaders huis (waar ik de komende tijd zal moeten verblijven omdat ik zelf immers nog geen woning heb) is het echt eventjes slikken.
Later komen ook zus Nicole en haar partner Robert, met haar dochters Madelief en Reza nog, en na het diner komen ook mijn tante Els en haar partner Arie. Het zijn een erg gezellige middag en avond. Als iedereen weer naar huis is kruip ik doodmoe mijn eigen, vertrouwde bedje in. Net zo eigen en vertrouwd als het ‘bed’ in mijn kanarie, maar wel heeeeeeel anders natuurlijk. Ik val als een blok in slaap…
Het is klaar. De reis is nu echt afgelopen. Nu begint voor mij een periode van ‘wederopbouw’: werk zoeken, huis zoeken, routine vinden, herinneringen verwerken, en weer uitkijken naar de toekomst. Ik moet de komende dagen en weken erg veel regelen. Als alles goed gaat arriveert de kanarie op 22 september. Dat brengt weer een heleboel nieuwe taken met zich mee: uitruimen, schoonmaken (als dat überhaupt nog mogelijk is), laten nakijken, smeren, repareren, uitdeuken, keuren, noem maar op. Ook moet mijn carnet nog terug naar de ADAC om mijn borg terug te kunnen krijgen. Kortom: voorlopig hoef ik mij niet te vervelen. De lange nasleep van deze bijzondere reis op technisch, organisatorisch en (niet te vergeten) emotioneel vlak hebben mij doen besluiten om dit blog niet volledig af te sluiten met dit artikel. Daarnaast viel het mij van mijn overland-voorgangers op dat ze vrijwel geen van allen over hun thuiskomst, acclimatisatieperiode en nasleep berichten in hun blogs, en dat vond ik zelf altijd een gemis. De frequentie van mijn blog zal wel aanzienlijk afnemen, maar in welke mate moet ik nog even bekijken.
Hoi Bjorn, welkom terug in Nederland. Ik kan mij goed voorstellen dat het ‘gewone leven’ enorm wennen is na een jaar in alle vrijheid te hebben rondgetrokken.
Ik zal het meelezen van je belevenissen in Afrika missen, maar goed om te lezen dat er nog blogs van je zullen volgen.
Hoi Aart, dank je wel. Het is absoluut weer wennen, hoewel veel dingen eigenlijk al weer heel gewoon zijn. Een vreemde combinatie van ervaringen. 🙂
Beste Bjorn,
Heel erg bedankt, dat ik je reis heb mogen mee beleven en volgen.
Succes met het wennen en opnieuw settelen in Nederland.
Vriendelijke groet,
Trix
Ik moet jou bedanken, Trix, voor het lezen van mijn schrijfsels!
Bedankt voor je mooie verslagen en fotos Björn en ik kijk ook uit naar je after belevenissen. Op die manier kan ik zelf ook weer ontwennen.
Haha, dank je!